Voorwaars rijden of je paard voorover duwen.

Veel ruiters horen het vaak; ‘je paard is niet voorwaarts’ of ‘je moet sneller’ of ‘rij ‘m eens wat meer naar voren’.

Maar is dat wel zo eenvoudig?

Een paard wat nog niet in balans is en op de voorhand loopt, jaag je juist nog meer in de voorhand, wanneer je alleen meer voorwaarts gaat vragen.

Hoe los je het dan wel op en waar zit het probleem?

Een paard wat niet voorwaarts is en/of grotendeels op de voorhand loopt mist balans of is simpelweg nog niet sterk en snel genoeg in de achterhand. Dus in plaats van alleen maar naar voren te rijden, ga je werken aan een krachtige achterhand. Want voorwaarts rijden moet vanuit de achterhand komen, daar zit de motor. Het leuke is dat wanneer je meer met oefeningen bezig bent om de achterhand sterker en sneller te maken, je zult merken dat zowel de horizontale- als de verticale balans van je paard ook gaat verbeteren.

Een sterkere achterhand en meer balans :

1) Tempo omlaag! Wat zeg je? Maar hij loopt al zo traag! Ja, het tempo omlaag, zowel in stap als in draf. Dit is nodig om het gewicht in de voorhand meer terug te brengen naar de achterhand. Begin in stap en vang je paard op naar een heel rustig/langzaam tempo, probeer ook echt iedere pas van de achterhand te voelen. Zodat je voelt dat er meer balans komt en vervolgens van daaruit kleine stukjes naar voren rijden en weer weer opvangen naar een rustiger/langzamer tempo, naar balans. Wanneer dit goed gaat probeer je hetzelfde ook in draf. Wanneer je je paard opvangt naar langzamer, probeer dit wel met je zit te doen en niet (alleen) op de teugels.

2) Op de volte. Maak een kleine volte in stap. Ca. 10 meter. Zoek eerst weer naar balans en dus het tempo laag. Vervolgens vraag je de stelling die nodig is voor zo’n kleine volte en leg je je binnenbeen aan, om zo het binnen achterbeen van je paard meer onder te vragen. Als het goed is ga je nu schouder binnenwaarts, alleen dan op een volte. Doe deze oefening eerst kleine stukjes. Dus een paar passen schouder binnenwaarts over de volte en dan de volte weer gewoon vervolgen.

3) Schouder buitenwaarts. Bij deze oefening begin je over de hoefslag in stap, begin weer in een rustig tempo. Je vraagt het hoofd van je paard in stelling naar buiten en legt je buitenbeen aan, zodat de achterhand richting de binnen hoefslag gaat. Tegelijkertijd blijf je naar voren rijden. Gaat deze oefening jullie goed af, dan kun je kijken of je in deze oefening je paard sneller te laten gaan. Dit doe je door je paard te motiveren om sneller zijwaarts voorwaarts te gaan, met je buitenbeen en eventueel een zweepje achter je buitenbeen aan te leggen. Uiteindelijk kun je een overgang naar draf in schouder buitenwaarts gaan maken.

Tip: Bovenstaande oefeningen kun je natuurlijk ook vanaf de grond doen. Handig want dan zal je merken dat je er in het zadel weer profijt van hebt.

Heel veel succes en vooral plezier met oefenen!

Nog niet uitgelezen? Kijk voor meer artikelen ook zeker even hier op de blog pagina.